donderdag 21 januari 2016 | 20 h 00 | Sint-catharinakerk wondelgem
vrijdag 22 januari 2016 | 20 H 00 | SINT-HERMESKERK RONSE
ZATERDAG 23 JANUARI 2016 | 20 H 00 | KERK KLEIN BEGIJNHOF O-L-V TER HOYEN GENT
Cantabile-Gent
Barokensemble Arcus Coloratus
Algemene leiding Steve De Veirman
Heinrich Schütz Der Herr ist mein Hirt – Wie lieblich sind deine Whonungen – Lobe den Herren, meine Seele – An den Wassern zu Babel – Alleluja! Lobet den Herren – Ehre sie Dir Christe – Quoniam ad te clamabo
Thomas Wheelkes Gloria in excelsis Deo – Hosanna to the Son of David
Claudio Monteverdi Christe, Adoramus Te – Kyrie, Missa da Capella a 6 voci
Een programma met Schütz, Wheelkes en Monteverdi… wat brengt deze heren uit drie verschillende landen en culturen, bijeen?
Misschien starten bij grootmeester Schütz (1585-1672) zelf. Zijn zesentwintig ‘Psalmen Davids’ vormen de hoeksteen in het oeuvre van deze Duitse zeventiende-eeuwse componist Heinrich Schütz. Hij schreef ze relatief vroeg in zijn carrière, in 1619, en ze vormen een verbluffende synthese tussen de Lutheraanse liturgie en de weelderige Venetiaanse instrumentale stijl die Schütz tijdens zijn studie in de republiek had leren kennen.
Wat meteen opvalt, is dat de tekst in deze werken zonder meer centraal staat. De componist zorgde niet enkel voor een uitstekend verstaanbare tekstplaatsing, zoals dit in het typische madrigaal naar voren komt. Daarnaast bepaalt het natuurlijke spreekritme ook haast altijd het tempo en de timing van deze psalmen. Het resultaat is een triomf van woord over de muziek en een perfect evenwicht tussen melodisch gedachte momenten en uitvoerige versieringen in de instrumentale partijen: een spectaculair en tegelijk virtuoos klinkende dubbelkorigheid.
Net die tekst als startpunt is ook telkens weer de inspiratie van Thomas Wheelkes (1576-1623) geweest. Vanuit een opleiding tot organist in Winchester College in 1598 en dan later als organist in Chichester Cathedral, zette hij vroeg de stap naar koorleider aan de Royal Chapel en focuste hij zich op het schrijven van een 5-tal boeken madrigalen en services. Hij was de grondlegger van de Engelse ‘word painting’ techniek en legde hiermee de basis van de latere barokke woord-toonsymboliek en affectenleer tezamen met tijdgenoten John Wilbye en Thomas Morley.
Claudio Monteverdi (1567-1643) is de Italiaanse katalysator in de overgang van renaissance- naar barokmuziek. Het toenmalige Mantua had een zeer hoogstaand muzikaal klimaat dat vooral doordrongen was van de plechtstatige stijl van Palestrina. Het grote oeuvre van Monteverdi, o.a. zijn 3de en 4de boek madrigalen werd dan ook snel verketterd als te nieuw en te modern. Monteverdi raakte aan lager wal maar bleef vechten voor wat hij ‘zijn stijl’ noemde. Hij voegde aan elk nieuw geschreven madrigalenboek een voorwoord toe met daarin de uitleg en de verklaring voor de nieuwe elementen die hij gebruikt. In het voorwoord tot het achtste madrigalenboek (Madrigali guerrieri e amorosi) (1638) verklaart Monteverdi bijvoorbeeld de ‘stile concitato’ als toevoeging tot de vroegere stile molle e temperato: nieuw gebruikte effecten zijn tremolo, pizzicato, om hartstocht of vechtlust uit te drukken. Het waren allemaal kleine maar zo noodzakelijke stappen om de muziekwereld van die tijd langzaam vertrouwd te maken met de nieuwe tekstuele en theatrale stijl, die dan later zou gaan leiden tot Monteverdi’s reeks van succesvolle opera’s.
Wat brengt deze drie grote heren nu precies samen? Ze waren voor mij de bruggenbouwers tussen de in die periode geldende oudere muzikale stijl van de prima praticca (waarin de harmonie de volledige heerschappij had) met de nieuwe seconda prattica, waarin de dichterlijke tekst boven de muziek ging. De periode waarin de muziek voor het eerst als theatrale kunst ontstaat en langzaam zal wegebben van de mathematische, wetenschappelijke vorm die musiceren vroeger was: muziek wordt expressie, musiceren wordt theater, tekst wordt leidraad van de noot…
We hopen dat we u als publiek vanavond mee kunnen slepen in deze vroege barok-emotionaliteit. Dit project was zeker en vast een uitdaging voor het koor en de dirigent, maar het heeft ons laten nadenken over hoe we muziek maken en hoe we nog meer de diepte van beleving in het koormusiceren kunnen verwerken.
We hopen dat u er van kan genieten!
© Steve De Veirman (2016)